FAQ's over BARF

BARF betekent letterlijk vertaald "Bones and Raw Food" of ook wel "Biologically Appropriate Raw Food".
 
Voor volwassen honden wordt een richtlijn van ongeveer 2% van het lichaamsgewicht genomen als dagdagelijkse voedingshoeveelheid.
Dit staat dus gelijk aan 20gram per kilo lichaamsgewicht aan voer. Hou er wel rekeing mee, dit is een gemiddelde en is sterk afhankelijk van
hond tot hond; het metabolisme, de zenuwachtigheid, de dagdagelijkse beweging enz.
 
Een pup mag van zijn 4 weken al beginnen barfen. Qua hoeveelheid rekent men tussen de 5 en 10% van zijn acuteel gewicht.
5% geldt eerder voor een pup van een groot ras. 10% is voor een pup van een heel klein ras. Hou er rekening mee, de pup groeit!
Hoe ouder pup wordt, hoe minder je gaat moeten voeren. Voor een pup van een kleiner ras zal je de hoeveelheid voer al eerder kunnen
verlagen dan voor een pup van een groter ras. En ook hier voer je op het oog. Vermagert hij bij de hoeveelheid voeding? Geef dan wat meer.
Verdikt hij? Geef dan wat minder. 5% a 10% staat gelijk aan 50 gram tot 100 gram per kilo lichaamsgewicht aan voer.  
 
Tot de leeftijd van 3 maanden geef je 4 maaltijden per dag.
Tot 6 maanden 3 maaltijden per dag.
Tot 12 maanden 2 maaltijden per dag.
Vanaf 12 maanden kan je blijven op 2 of overgaan naar 1 maaltijd per dag.
 
Het makkelijkste is dat we gaan rekenen voor een weekschema. Het dagdagelijkse gewicht doe je maal 7 (aantal dagen in de week).
A.d.h.v. dit cijfer ga je het aandeel spiervlees, vleesbot, orgaanvlees en groentjes berekenen. Voor vleesbot wordt meestal ongeveer 45% genomen,
voor spiervlees 25%, voor orgaanvlees 20% en voor de groentjes 10%. 
 
Let op! Vleesbot is een bot, vb. een kippenkarkas, waar voor 50% bot en voor 50% spiervlees aan zit, dit is dus geen kaal bot! Orgaanvlees bestaat uit pens, hart, lever en nier. Van pens geef je 10%. De overige 10% orgaanvlees bestaat uit hart, lever en nier. 50% hart. Nier mag je max 2% van de weekhoeveelheid voeren. Het overige vul je aan met lever. Hierna gaan we de verschillende soorten vlees verdelen over de weekdagen. Over een periode van 1 week moet je minstens 4 diersoorten geven. Dit is nodig omdat elk soort vlees zijn eigen specifieke samenstelling heeft en het variëren ervoor zorgt dat een hond niets tekort zal komen.
 
1 dag vis is een must (wegens de omega vetzuren die erin aanwezig zijn)! Geef je volledige vis dan mag je dit van je weektotaal aftrekken, omdat dit ook een totale voeding is. Als jouw hond bijvoorbeeld 1kg per dag dient te eten, dan mag je 1kg van je weektotaal (=7kg) aftrekken en dan bereken je jouw percentages op je resterende 6kg. Als je hond of kat nu niet graag vis eet, kan je bijvoorbeeld elke dag van de week een visje bijgeven. Of je kan gemixt spiervlees gebruiken en gemixte vis en deze mengen.  Als hij echt weigert zit er niks anders op dan geen vis te geven, maar dan dien je wel visolie bij te geven! Let wel op dat je nooit meer dan 10% van de totale weekhoeveelheid aan vis voert (thiaminase in vis, breekt vitamine B af).
 
Het pureren of koken van groenten is noodzakelijk omdat de hond niet in staat is zelf de plantencellen af te breken en er dus de voedingsstoffen uit te halen.  Gebruik je een blender dan voeg je best wat extra vocht, yoghurt, kwark of een rauw ei toe zodat je een gladde puree kan maken. Geef geen prei of ui = giftig! Ook koolsoorten voer je best met mate, zij staan bekend voor gasvorming. Indien je hond jeukgevoelig is geef je ook best geen tomaat, paprika of aubergine (familie van de nachtschade).
 
Je kan ervoor kiezen om elke dag compleet te voeren d.w.z. dat je hond of kat elke dag spiervlees, vleesbot, orgaanvlees en groentjes krijgt. OF je kan er ook voor kiezen om per week compleet te gaan voeren. Je verdeelt je vlees op de manier die voor jou het makkelijkst is, zolang je dier maar elke dag ongeveer evenveel eet. 
 
Verder zijn 2 volledige eitjes per week ook aan te raden.
 
Voorbeeld van een weekmenu voor een pup van 10kg, niet elke dag compleet gevoerd:
 
10kg x 6% = 600g per dag
1 visdag: 600 gr
6 vleesdagen:  6 x 600g= 3,6kg 
 
45% vleesbot => 3600g : 100 x 45= 1,62kg
25% spiervlees => 3600g : 100 x 25= 900g
20% orgaan => 3600g : 100 x 20= 720g   
(de helft pens = 360g, maximum 2% nier van de totale weekhoeveelheid (4.2kg), dus 84g nier, 180 gr hart en 96g lever)
10% groenten => 3600g : 100 x 10 = 360g
 
Dus:
6 dagen vleesbot = 270g per dag, 
3 dagen spiervlees = 300g per dag, 
3 dagen orgaan (1 dag pens, 1 dag hart, 1 dag lever en nier), 
3 dagen groenten. 
 
Dit kan je zelf kiezen, je puzzelt wat er het gemakkelijkst voor je gaat. Je hoeft niet tot op de gram te kijken.
 
Maandag: 270g vleesbot (kipkarkas) + 300g spiervlees (rund) + 60g groentenmix = 630g
Dinsdag: 270g vleesbot (konijnenkarkas) + 360g orgaanvlees (pens) = 630g
Woensdag: 270g vleesbot (fazantenkarkas) + 300g spiervlees (kip) = 570g
Donderdag: 270g vleesbot (eendenkarkas) + 180g orgaanvlees (hart) + 120g groentenmix = 586g
Vrijdag: 270g vleesbot (kalkoennek) + 300g spiervlees (konijn) + 60g groentenmix = 630g
Zaterdag: 270g vleesbot (kippennekken) + 96g konijnenlever + 84g kippennier + 120g groentenmix = 564g
Zondag: 600g sprot